Armeense Kwestie

Armeense kwestie De geschiedenis van de Armenen in de Ottomaanse rijk voert terug naar 1071, het jaar waarin de Armeniërs onder het gezag van de Sjeldjoeken kwamen. Hoewel de Armeniërs van veel vrijheid genoten onder de Sjeldjoeken, bereikte het pas zijn hoogtepunt onder het gezag van Fatih Sultan Mehmet, de Ottomaanse sultan die in 1453 Constantinopel had veroverd. Fatih Sultan Mehmet, had een verklaring afgegeven aan de Armeniërs dat de oprichting van de Armeense Patriarch mogelijk maakte. Dit betekende dat de Patriarch bevoegd was om geld te verzamelen, huwelijken te voltrekken en gevangenisstraffen uit te delen onder de Armeniërs. Tot het einde van de negentiende eeuw maakten de Armeniërs een gouden periode door. Ze waren vrijgesteld van dienstplicht en gedeeltelijk vrijgesteld van belasting. Ze vormden een welvarende laag van de bevolking. Ook hebben ze de kans gekregen om hoge functies te bekleden in handel, ambachten en zelfs in het bestuur van het Ottomaans rijk. - ermeni terror

VRAAG 5

WAT WORDT VERSTAAN ONDER DE TERM ‘GENOCIDE’?

Armeense kwestie De geschiedenis van de Armenen in de Ottomaanse rijk voert terug naar 1071, het jaar waarin de Armeniërs onder het gezag van de Sjeldjoeken kwamen. Hoewel de Armeniërs van veel vrijheid genoten onder de Sjeldjoeken, bereikte het pas zijn hoogtepunt onder het gezag van Fatih Sultan Mehmet, de Ottomaanse sultan die in 1453 Constantinopel had veroverd. Fatih Sultan Mehmet, had een verklaring afgegeven aan de Armeniërs dat de oprichting van de Armeense Patriarch mogelijk maakte. Dit betekende dat de Patriarch bevoegd was om geld te verzamelen, huwelijken te voltrekken en gevangenisstraffen uit te delen onder de Armeniërs. Tot het einde van de negentiende eeuw maakten de Armeniërs een gouden periode door. Ze waren vrijgesteld van dienstplicht en gedeeltelijk vrijgesteld van belasting. Ze vormden een welvarende laag van de bevolking. Ook hebben ze de kans gekregen om hoge functies te bekleden in handel, ambachten en zelfs in het bestuur van het Ottomaans rijk. - Armeense Kwestie5

Deze term verwijst naar een duidelijk omschreven misdaad, waarvan de definitie is vermeld in een internationale conventie die opgesteld is na de Tweede Wereldoorlog: de zogeheten ‘Conventie voor het voorkomen en bestrijden van de genocide misdaad’, geratificeerd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in haar resolutie van 9 december 1948 en welke van kracht werd op 11 januari 1951, een conventie die ook Turkije heeft ondertekend en geratificeerd.
 

In de conventie bestaat de definitie van de genocide misdaad ult drie elementen: Om te beginnen dient er een aparte nationale, etnische, raciale, of religieuze groep te zijn. Vervolgens dient deze groep blootgesteld te zijn aan bepaalde handelingen die opgesomd worden in de conventie. De “moord op leden van deze groep, en de geforceerde overplaatsing van kinderen in een groep naar een andere, en leden van de groep onderwerpen aan bepaalde condities die uiteindelijk hun fysieke vernietiging tot gevolg zullen hebben”,vallen binnen het bereik van de handelingen zoals benoemd in de lijst van de voorgenoemde conventie. Maar het derde element is het belangrijkste: er dient sprake te zijn van “een intentie om te vernietigen” van een deel of het geheel van de genoemde groep.
 

Deze essentiële beschrijving helpt een onderscheid te maken tussen genocide en andere vormen van doodslag, die het gevolg zijn van andere motieven zoals die zich voordoen ten tijde van oorlogen, opstanden, enzovoorts. Doodslag wordt genocide wanneer de latente of bewuste intentie van lichamelijke vernietiging gericht is tegen de leden van een van de nationale, ethnische, raciale,of religieuze groepen enkel en alleen omdat zij leden zijn van deze groep. Het concept van aantallen wordt alleen dan belangrijk wanneer deze geinterpreteerd kunnen worden als een teken van een dergelijke intentie tegen de groep. Dit is de reden, zoals Sartre reeds zei met betrekking tot het onderwerp genocide ten tijde van het Russell Tribunaal betreffende de Vietnam oorlog, waarom men de feiten objectief dient te bestuderen, dit teneinde te bewijzen dat zo een intentie bestaat, zelfs als het alleen maar impliciet is. (23)

Sayfalar: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13


Comments

Bir yanıt yazın

E-posta adresiniz yayınlanmayacak. Gerekli alanlar * ile işaretlenmişlerdir